Polsstokverspringen/ Fierljeppen, a set on Flickr.
Via Flickr:
TECHNIEK
Om goed te kunnen fierljeppen moet men beschikken over zowel lenigheid als kracht. Voordat men springt wordt de polstok in de juiste stand geplaatst. Bij diep water plaatst men de polstok dichterbij omdat men rekening moet houden met de weerstand van het water. Zo moet bij een snelle aanloop en bij een horizontale afzet de polstok verder geplaatst worden dan bij een minder snelle aanloop en bij een meer verticale afzet. Een fierljepper zal na een aantal sprongen de voor hem juiste afstand weten te vinden.
De aanloop ligt gemiddeld tussen de 20 en 25 meter. De afzet naar de polstok geschiedt met een been. Met beide armen vooruit wordt naar de polsstok gesprongen, waarbij de benen aan weerszijden van de stok doorzwaaien. Bij de insprong wordt het lichaam zo dicht mogelijk tegen de polsstok geplaatst.
Het is belangrijk dat de stok langzaam over het dode punt gaat, de ljepper heeft dan meer tijd om omhoog te klimmen. Dat klimmen gebeurt op verschillende manieren. Het is goed om tijdens het klimmen naar het topje van de polsstok te kijken.
Bij een goede afsprong wordt het lichaam krachtig van de polsstok geduwd. Doorgaans bevinden beide benen zich aan een kant van de polstok en wordt een soort ondersprong gemaakt. Hoe hoger een ljepper klimt des te groter is zijn valsnelheid. Bij hoge snelheid is het moeilijk om een goede afsprong te maken. De afsprong wordt vaak als het moeilijkste deel van de sprong gezien.
Om de kans op blessures te voorkomen moet het zandbed in een uitstekende staat verkeren. Het springen op "eendaagse spring plaatsten" moet met grotere voorzichtigheid gebeuren dan op bestaande arena's. Verstandiger is om met een groep gastspringers te komen oefenen bij een van de vele fierljepverenigingen die ons land rijk is.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten